Welke technologie zit achter het soldeerproces?
Solderen is een thermisch proces voor de gelijmde verbinding van materialen. Een soldeerbout of laser wordt gebruikt om de warmte te produceren die nodig is voor het solderen van verbindingen en voor het smelten van het soldeer. Hierdoor kunnen verschillende onderdelen en materialen - zoals die van nikkel, koper, metaal, staal, ijzer en aluminium - aan elkaar worden gelijmd. Een metaallegering die gemakkelijk smelt (het soldeer genoemd) dient als het bindmateriaal voor de soldeerverbinding. De apparatuur voor het soldeerproces omvat een automatische, programmeerbare soldeervoeding en een verscheidenheid aan sensoren voor de procesbewaking. Een speciale toepassing is het solderen in vacuüm of onder beschermgas. Deze processen worden gebruikt om ervoor te zorgen dat aan strenge reinheidseisen wordt voldaan, b.v. voor halfgeleiderassemblage of bij de productie van hoogvacuümsystemen of elektronenbuizen.
Onderscheid tussen twee verschillende soldeertechnologieën:
- Bij zachtsolderen ligt het smeltpunt onder een temperatuur van 450 °C, bijvoorbeeld in de elektronica-industrie.
- Bij hardsolderen ligt het smeltpunt boven een temperatuur van 450 °C, bijvoorbeeld voor bijzonder sterke verbindingen in de automobielindustrie, of in de fotovoltaïsche en accu’s industrie.